Wat betekent het om nu oud te zijn? | ANBO-PCOB

Wat betekent het om nu oud te zijn?

 •  Leestijd: 8 minuten

De grote vraag afbeelding 1
Betekent ouder worden meer vrijheid en vooral zo lang mogelijk ‘jong’ blijven? Of is het met name omgaan met verlies, eenzaamheid en steeds meer beperkingen? Hoe ervaren ouderen dat zelf? Suzanne Biewinga vroeg het hun.

Na het afronden van haar studie filosofie plaatste Suzanne Biewinga een oproepje aan ouderen in het lokale huis-aan-huisblad. Ze vroeg hun om mee te doen aan filosofische groepsgesprekken over de vraag wat ouder worden voor hen betekent. Tot haar verbazing stroomde haar mailbox direct vol. Negen jaar en 92 gesprekken later promoveerde de nu 71-jarige Suzanne op dit onderwerp. Daarom gaan we bij Suzanne op bezoek. Ze woont in Zutphen, op loopafstand van de IJssel en dichtbij het centrum van de stad. ‘Het late leven’ is een fase waar ze nu zelf middenin zit. Suzanne: ‘Ouder worden verandert wat je wilt en kunt, het verandert je sociale omgeving en je kijk op verleden en toekomst.’

Er zijn nu zoveel ouderen

Uit de grote respons op haar oproepje destijds bleek dat er een enorme behoefte bestaat om met leeftijdgenoten te praten over wat het betekent om ouder te worden in deze tijd. Suzanne: ‘Wat nu anders is dan vroeger, is dat we met zovelen tegelijk ouder worden. Vroeger was je een uitzondering als oudere, nu ben je een van velen. De sociale rol die je vroeger als oudere kreeg – jij bent degene met ervaring – is niet meer vanzelfsprekend, omdat er nu heel veel van die ‘ervaren mensen’ zijn. Bovendien ligt in deze rap veranderende samenleving de nadruk op snelheid en vernieuwing. Levenservaring lijkt, ten onrechte, minder belangrijk.

’Stoomcursus ‘omgaan met verlies’

Wat het ook anders maakt: we worden tegenwoordig zo tegen ziekte en dood beschermd, dat verlies, ziekten en beperkingen steeds langer uitblijven. Daardoor is een decennialange schijnbaar onkwetsbare volwassenheid ontstaan. Ziekte en dood horen in deze periode niet vanzelfsprekend bij het leven, ze zijn een uitzonderlijke en schokkende calamiteit. Suzanne: ‘Dan is er na het zeventigste levensjaar plots een sterke stijging van de sterftegrafiek. Vanaf ongeveer die leeftijd worden ouderen geconfronteerd met een abrupte en nauwelijks te repareren erosie van hun sociale netwerk. Op zich is het mooi dat je een lang leven hebt, maar die laatste periode wordt daardoor wel een soort stoomcursus omgaan met verlies.’

De filosofiewerkplaats

Er zijn twee verschillende verhalen gangbaar over ouder worden. Het eerste is dat betekenisvol ouder worden draait om jong blijven. Als dat niet meer lukt, is er het tweede verhaal: ouder worden is alléén maar verlies en verval. ‘Beide verhalen doen geen recht aan de complexiteit van het ouder worden’, vindt Suzanne. Ze richtte de filosofiewerkplaats op om met de vele ouderen die reageerden op haar oproep te praten over de vraag hoe je over ouder worden kunt spreken op een manier die past bij de ervaring van ouderen zelf. Ze begon met de vraag die de Griekse filosoof Socrates al heel lang geleden stelde aan de oude man Kefalos: wat is er gemakkelijk aan ouder worden? En wat is er lastig aan?

ANBO-PCOB de grote vraag

De heerlijke vrijheid

Vrijheid, dat is de eerste associatie van de deelnemers aan de filosofiewerkplaats bij de vraag wat makkelijk is aan ouder worden. De deelnemers stellen: ‘Als je AOW en een pensioen krijgt, heb je de vrijheid om te doen wat je wilt, te denken wat je wilt, te zijn wie je wilt zijn. Je hebt de tijd aan jezelf. Je mag je leven op een eigen manier vormgeven. Die vrijheid is heerlijk.’ Wat ook prettig is aan ouder worden, is het gevoel van eigenwaarde dat je na een leven van vallen en opstaan vindt in jezelf. Je vraagt je minder af wat anderen van je denken. Ook vinden de deelnemers dat ouder worden een ontdekkingsreis is. ‘Ook als je ouder wordt, blijf je jezelf ontwikkelen. Je ontdekt andere dingen die het leven de moeite waard maken, dingen die je eerder niet zag.’

Van betekenis zijn

‘Maar de deelnemers vinden de verkregen vrijheid ook lastig’, vertelt Suzanne. ‘Afscheid van betaald werk betekent het deels wegvallen van je sociale netwerk en dagelijkse structuur. Voor sommige mensen heeft dit tot gevolg dat zij zichzelf opnieuw moeten uitvinden. Bovendien blijken de vrije dagen niet altijd zo vrij te zijn. De gezinnen van de kinderen hebben je nodig, familieleden en vrienden worden hulpbehoevend.’ Toch vinden ouderen het niet alleen maar lastig om tegemoet te komen aan het beroep dat anderen op hen doen. Suzanne legt uit: ‘Ze willen deel uitmaken van de samenleving en er zijn voor anderen. Alleen maar genieten en een ‘zwitserleven’ leiden, is een achterhaald idee. Een goed leven is een leven waarin je van betekenis bent. De deelnemers hopen dat er meer erkenning komt voor wat zij doen en wie zij zijn. Dat hun inzet op waarde wordt geschat.’

De Grote vraag editie 7 - ANBO-PCOB

Zorgen over de toekomst

Het lastigste aan ouder worden, is onzekerheid over de toekomst, vinden de deelnemers aan de filosofiewerkplaats. Je weet immers niet wat je misschien te wachten staat aan verlies, beperkingen, aftakeling en lijden. ‘Nu is ouder worden nog goed te doen, maar het perspectief is sneu’, constateerde een van hen. Suzanne: ‘Waarop de groep moest lachen. Want hoe sneu het perspectief misschien ook is, het is zo bevrijdend om te kunnen praten over wat je wezenlijk bezighoudt, dat iedereen er vrolijk van werd. Een van de mooie dingen die ik heb opgemerkt, is hoe de verhalen over verdriet en tegenslag nooit eindigden in zelfbeklag. Dus niet: wij zijn slachtoffer, nee, wij delen een ervaring. In alle gesprekken kwam levensmoed naar voren en het verlangen om op een of andere manier mee te blijven doen en er op jouw eigen manier iets goeds van te maken voor jezelf en voor anderen.’

Vooroordelen loslaten

Vooroordelen over ouderen maken dat laatste volgens Suzanne ingewikkelder. ‘Als anderen je niet zien staan en je niet waarderen om wie je nu bent, is het lastig om je eigen leven waardevol te vinden. De kunst van het ouder worden is dat je jezelf aanvaardt zoals je nu bent: wat je wilt, wat je kunt, hoe je eruitziet. Als je dat voorleeft aan anderen, laat je zien dat ouder worden een levensfase is die ertoe doet. Niet altijd makkelijk, maar wel de moeite waard om geleefd te worden. Zo’n voorbeeld maakt het ook voor jongeren minder bedreigend om ouder te worden. En aan beleidsmakers, zorgverleners en politici laat het zien dat het de moeite waard is om je in te zetten voor de plaats van ouderen in de samenleving.’

Meer lezen? Suzanne Biewinga: Ouder worden als ervaring, filosofie van het late leven. Uitgeverij Boom. € 24,90. Te bestellen via www.boom.nl/filosofie

Ervaringen met de filosofiewerkplaats

Yvonne Bertens (78): ‘Toen ik voor het eerst naar de filosofiewerkplaats ging, was ik al drie jaar gepensioneerd, maar heel actief als vrijwilliger. Ik ben altijd in filosofie geïnteresseerd geweest en dít leek me echt een onderwerp waarover ik wilde doorpraten met een groep leeftijdgenoten. Werken aan een andere kijk op het ouder worden lijkt een beetje op de strijd die wij vroeger voerden voor meer gelijkheid tussen mannen en vrouwen of voor een betere kinderopvang: een emancipatiebeweging. Als één ding me duidelijk is geworden, dan is het wel dat wij, de ouderen van nu, een voorhoede vormen. We moeten in gesprek gaan met jongeren, ervoor zorgen dat de manier waarop we naar ‘het late leven’ kijken, hoe we erover praten, de symbolen die ervoor gebruikt worden, herijkt gaan worden.’

Nico Smit (80): ‘Het leven met een echtgenote die aan alzheimer leed, was best ingewikkeld. Ik vond het heerlijk om regelmatig een ochtend aan die treurnis te kunnen ontsnappen. Bovendien was ik al langer bezig met een muziektheaterstuk voor ouderen dat dóór ouderen zou worden uitgevoerd. De teksten gaan bijvoorbeeld over het idee dat je als zeventiger – nog energiek en vitaal – maatschappelijk al bent uitgerangeerd. Daar kon ik in de filosofiewerkplaats met gelijkgestemden over van gedachten wisselen. Het theaterstuk heeft lang op de plank gelegen, maar sinds de dood van mijn vrouw, een half jaar geleden, komt het idee dat ik er tóch misschien iets mee moet doen weer in me op. Dat ik twijfel heeft te maken met die rottige leeftijd: zou ik er inmiddels tóch niet te oud voor zijn?’

Wil Schreuder (87): ‘Het is altijd interessant om te weten wat andere mensen denken en niet jezelf als de maat der dingen te zien. De gesprekken waren in het begin wat algemeen. Er moet eerst een zeker onderling vertrouwen zijn voordat mensen zich ergens over durven uit te spreken. Wat me opviel was dat enkele deelnemers last hadden van leeftijdsdiscriminatie. Dat heb ik zelf nooit zo ondervonden. Dat komt waarschijnlijk ook doordat ik nog niet hulpbehoevend ben. Ik woon op de tweede verdieping van een flat, zonder lift, maar ik kan de trappen nog op en af. Drie trapjes van acht treden. Valt mee. Zo sta ik in het leven: optimistisch van aard. Ik ben iemand die gewoon altijd doorgaat. Dat is me tot nu toe goed bevallen.’

Johan Drewes (82): ‘Het is goed mogelijk dat mijn deelname aan de filisofiewerkplaats ertoe heeft bijdragen dat ik op zangles ben gegaan. Alsof het tóén pas tot me doordrong: ja, waarom doe ik dat eigenlijk niet? Veel belangrijker nog was de vraag wat ouderdom voor mij betekent. Kwetsbaarheid, zeker, maar ook: waarderen wat goed geweest is in mijn leven. Ik ben kinderarts geweest, iemand met een hoog streefniveau. Ook mijn vrije tijd besteedde ik aan het vak. Mijn gezin kwam op de tweede plaats. Daar heb ik achteraf veel spijt van. Over die realisatie en over wat nou écht waardevol is heb ik een boekje geschreven dat ik aan mijn kinderen heb gegeven. Wat de zin is van mijn leven? Daar is maar één antwoord op mogelijk: liefde