• Leestijd: 3 minuten
Gemiddeld geven ouderen hun levensgeluk een 7,6. Daarin zien we wel grote verschillen: Het levensgeluk wordt met een 8,0 beoordeeld als iemand veel sociale contacten heeft en een 6,5 als er nauwelijks sociale contacten zijn.
Ouderen die weinig bewegen, maar dat prima vinden, zijn met een 7,3 gemiddeld bijna even gelukkig als ouderen die wel regelmatig bewegen, maar dat helemaal niet leuk vinden (7,4). De gelukkigste ouderen zijn niet alleen fysiek actief, maar hebben er ook lol in.
51% van de ouderen heeft minimaal wekelijks een ‘goed’ gesprek. Maar 22% van de ouderen voert zelden (en soms nooit) een ‘goed’ gesprek dat verder gaat dan koetjes en kalfjes. Dat is niet goed voor het geluksgevoel.
Veel ouderen halen voldoening uit activiteiten die hen betrokken houden bij de maatschappij, zoals vrijwilligerswerk. Maar liefst 42% van de 65-plussers is vrijwilliger. Ouderen die vrijwilligerswerk doen zijn over het algemeen gelukkiger (7,8) dan ouderen die dit niet doen (7,4).
Wat zien ouderen, met de kennis van nu, als de levensfase waarin ze het gelukkigst waren? 31% ziet de volwassenheidsfase (30-49 jaar) als gelukkigste periode. ‘Alle kinderen woonden nog thuis en dat gaf veel reuring en gezelligheid, daar houd ik van’, schrijft Ellen (82). En Jan (94) meldt: ‘Ik had zinvol werk en mijn gezin was nog in opbouw.’
39% vindt het leven na hun 50ste hun gelukkigste tijd. Ronald, 87: ‘Alles mag en niets moet’. Ria, 69 jaar: ‘Fijne partner, financiële ruimte, heerlijk huis, fantastische kleinkinderen, leuke woonomgeving.’
Schrijf u in om de nieuwste artikelen, updates, promoties en samenwerkingen van OuderenWijzer te ontvangen.

